Avengers: Infinity War
De moeder van alle Marvelfilms is onder ons. Degene die een verhaallijn van achttien afleveringen naar zijn ontknoping leidt, en die bijna alle Marvelhelden uit al die prenten samenbrengt in één apocalyptisch verhaal. Maar is hij ook je cinematicketje waard?
Zesenzeventig personages. Een productiebudget van 300 miljoen dollar, wat hem een van de duurste bioscoopfilms aller tijden maakt (naast twee Pirates of the Caribbean-films en DC Comics-tegenpool Justice League). Tweeëneenhalf uur quasi-ononderbroken actie en vernieling. Een ensemblecast van Hollywoods hedendaagse A-listers waar filmklassiekers uit je opaatjes tijd, zoals The Towering Inferno en The Guns of Navarone, nog een puntje aan kunnen zuigen (alleen hebben de coryfeeën in deze natuurlijk een kermispakkie aan). Het sluitstuk van een verhaalcyclus die in 2008 startte met Iron Man en daarna tien jaar lang verder liep, doorheen achttien films. Door Avengers: Infinity War gewoon een ‘megablockbuster’ te noemen doe je de film veel te kort: het is een duistere vortex die alle blockbusterfilms die ervoor kwamen in zich opzuigt.
(Deze review verscheen aanvankelijk op 9LIVES. Na het opdoeken van die site blijft hij hier bewaard voor ’t nageslacht.)
Dus ja, Avengers: Infinity War is duur. Uitzinnig, belachelijk, ijlhoofdig duur, groots en ambitieus. Maar laat ons eventjes de hele santenboetiek van peperdure sets, epische beeldtableaus, megacontracten met topacteurs en tot in de kleinste details verzorgde special effects helemaal achteruitspoelen. Fast rewind naar het moment waarop scenaristenduo Christopher Markus/Stephen McFeely aan hun schrijftafel ‘THE END’ neertikten op hun laptop en regisserende broers Anthony/Joe Russo hun klapstoeltje voor het eerst openden. Hadden ze op dat moment een script in hun tengels, en een visueel idee in hun koker, dat al die poen ook wààrd was?
Inzinkingen
Pas wanneer het stof is uitgedwarreld aan het einde van tweeëneenhalf uur ononderbroken verwoesting, en je innerlijk grienend die versmachtende plottwist uit de climax begint te verwerken, besef je dat je alleen maar bevestigend kunt antwoorden op de vraag die we net hebben gesteld. Maar het is niet het briesende, volmondige ‘ja’ dat we nog maar twee maanden geleden moesten uitkramen toen het fenomenale Black Panther in de zalen kwam: voor een film met de loodzware ambities van Avengers: Infinity War zitten er toch wat inzinkingen in het hele bouwsel.
De veldslag waarmee de derde akte begint is bijvoorbeeld een beetje van moeten, en doet de hele film eventjes afzakken naar een debiel CGI-spektakel à la Transformers. De paden die de personages afleggen, en diegene die hen ook weer bij elkaar brengen, voelen bij momenten wat geforceerd aan. Sommige van de nevenpersonages worden op een wel èrg gemakkelijke manier van het toneel gesleurd. En had Thanos (Josh Brolin) geen betere medestanders kunnen vinden in het universum dan een stel World of Warcraft-kabouters?
Wie is Thanos, zegt u? De grote baddie uit deze film dook al eens op in eerdere Marvelfilms, zoals de Guardians of the Galaxy-prenten. En wie lang genoeg was blijven zitten bij een paar andere had hem ook al opgemerkt in die inmiddels beruchte post-credits-scènes die het verhaal druppelsgewijs naar dit orgelpunt brachten. In Avengers: Infinity War is hij op zoek naar de overblijvende Infinity Stones, waarvan er eveneens in de lopende reeks Marvelfilms al een paar waren opgedoken. Zijn zoektocht herenigt vervolgens alle helden, die na hun nu wel een beetje onnozel lijkende onderlinge sores uit Captain America: Civil War over de planeet en het verdere universum verspreid waren geraakt, weer handig in de strijd. Niet alleen de bestaande Avengers (waaronder dus Robert Downey Jr. als Iron Man, Chris Hemsworth als Thor, Mark Ruffalo als Hulk, Paul Bettany als Vision, Elizabeth Olsen als Scarlet Witch, Scarlett Johansson als Black Widow en Chris Evans als Captain America), maar ook hun aanhangsels (Chadwick Boseman als Black Panther, Tom Holland als Spider-Man, Benedict Cumberbatch als Doctor Strange, enzovoort), en ook de Guardians of the Galaxy (Vin Diesel! Chris Pratt! Zoe Saldana! Bradley Cooper!) duiken snel op in het verhaal.
Mens onder het pak
Natuurlijk gaat het allemaal los erover, maar het is tegelijkertijd ook heel erg op zijn Marvels: er zitten een paar kleinere hardhandige confrontaties in de film die qua beeldvoering, pose en cadrage heel erg doen denken aan plaatjes uit de strips. De toon die de film aanslaat zit ook écht wel boenk erop. Het begint met een gitzwarte scène waarin al meteen wordt getoond wat de tol van de gebeurtenissen op een paar personages kan worden, en doorheen zijn hele speelduur laveert Avengers: Infinity War op een afgemeten manier van radeloosheid via treurnis naar hoop. Tot dus die onverwachte, tragische – ja, laten we hiér stoppen om niet teveel los te laten – halve draai in de finale. Daartussenin zie je bij momenten vooral ook veel menselijkheid achter het spandex opwellen. Niet voor niets noemen alle Avengers elkaar niet bij hun helden-, maar bij hun voornaam: Iron Man heet Tony, Captain America heet Steve, enzovoort. Eén van de protagonisten krijgt zelfs van zijn medestanders te horen dat er wel eens een pondje af mag. We gaan er potentieel allemaal aan, maar we zien elkaar graag: dat is wat we uiteindelijk meenamen toen we na de aftiteling (blijven zitten alweer!) de zaal verlieten.
Conclusie
Avengers: Infinity War wankelt bij momenten onder zijn loodzware ambities, maar de makers houden het bouwsel uiteindelijk goed recht. Een paar gebeurtenissen moet je knarsetanden uitzitten, maar ze brengen deze onderhoudende – en voor zijn miljoenenbudget zelfs erg gevoelige – Marvelprent niet op zijn knieën.
Score
7,9/10
No Comments :