Toen videogames aan het einde van de jaren 90 opgroeiden van een speeltje in de speelgoedwinkel tot een nieuw entertainmentmedium in zijn eigen recht, ben ik die nieuwe kunstvorm gaan chroniqueren met degelijke videogamejournalistiek. Dat deed ik, alles samen, vierentwintig jaar lang, tot 31 maart 2023.

Tijdens mijn eerste jaren gebeurde dat eerder in de marge van de verhalen die ik schreef over technologie en het zakenleven, maar sinds pakweg 2007 werd het de primaire focus in mijn werk. Daar zaten vanzelfsprekend de klassieke inhoudelijke previews en reviews bij, maar ik voelde ook de mensen àchter de games aan de tand (waarvoor ik vaak reizen onderneem naar de studio’s waar de spellen worden gemaakt), en benaderde het medium evengoed vanuit culturele en zakelijke hoek.

Ik ben zelf een gamer sinds mijn negende, en bracht een goed deel van mijn late kindsheid en mijn tienerjaren door achter het scherm van een gameconsole, of met mijn neus in vakbladen als ACE, Amiga Format en Computer & Video Games, waarin ik de bewegingen achter de schermen van de opkomende game-industrie volgde. In zekere zin zijn mijn apenjaren een soort ‘voorstudie’ voor mijn huidige werk.

Wat is dat nu voor een manier om je brood te verdienen, denk je misschien? Daarover zijn heel wat niet-gamende naasten van me het nog altijd roerend met je eens. Ze verklaarden me voor compleet tureluut toen ik, ergens in het begin van de jaren 2000, een ‘ernstige’ en ‘echte’ job als economieredacteur bij een keurige nationale dagkrant liet staan voor een bestaan als videogamejournalist. Een beetje over videospelletjes gaan schrijven. Videospelletjes! Je moet snappen: videogames zijn, voor een significant deel van de bevolking, nog altijd iets ridicuuls, iets onnozels, iets wat je voorbij pakweg je twaalfde niet meer hoort te doen.

Ik zag mezelf, toen ik fulltime voor dit bestaan koos, een medium croniqueren dat in een fenomenale en duizelingwekkende groeiversnelling zit, zowel commercieel als artistiek, en dat iedere dag opnieuw wordt uitgevonden door een meute lui die hun job en hun medium bloed- en bloedernstig nemen. Ik heb, bijna vijftien jaar nadat ik die stap heb gezet, nog altijd het romantische idee dat ik het medium videogames mee aan het ontdekken ben met de rest van de maatschappij, en dat ik spelers de weg help wijzen. Zoals een filmrecensent in de jaren 1930, toen ook films nog maar pas erkend werden als een ‘serieus’ medium. De cinema voerde toen een strijd die videogames vandaag ook aan het voeren zijn. En sommige journalisten en recensenten streden en strijden, toen en nu, mee.

Vast cliënteel: