Niagara Falls
Waar we de watervallen hebben gezien. En daarna snel weer weg wilden.
De route
Vanuit Stockbridge reden we in de late voormiddag rustig over staatswegen naar Albany, de hoofdstad van de staat New York, waar we de Interstate 90 dwars door het noorden van de staat namen. We passeerde steden als Schenectady, Syracuse, Rochester en Buffalo. Een uur voor onze aankomst in Niagara Falls doken we nog eventjes die autosnelweg af in het dorpje Le Roy, waar we dineerden in Le Roy’s No Finer Diner. Eerste amerikaanse avondeten was een feit, na ons dieet van oesters, clam chowder en fish & chips van de afgelopen dagen.
Het hotel
We verbleven in het Courtyard by Marriott (ongeveer € 130 voor een tweepersoonskamer buiten het seizoen), op een kwartiertje lopen van de watervallen. We bereikten die laatste via een mooi onderhouden nationaal parkje dat langs de oevers van de Niagara-rivier loopt, recht naar de wandelweg met de meerdere uitkijkpunten. Op geen enkele reissite zul je de grote stalen hekken rond het hotel zien, maar ze zijn er wel. En wellicht niet voor niets.
Wat te doen in Niagara Falls
Er zijn meerdere uitkijkpunten van die je een mooi uitzicht over de watervallen leveren. Je ziet ze aangeduid op deze papieren plattegrond die we meekregen in het hotel. Je kunt ook een ticketje kopen Maid of the Mist, een boot die je tot vlakbij de watervallen brengt. Tickets kosten 28 dollar (ongeveer 25 euro) per volwassene. Ook een wandeling over de Rainbow Bridge, naar het Canadese Niagara Falls (provincie Ontario), valt aan te raden: dat ‘Canadese gedeelte’ van Niagara Falls, een geheel afzonderlijke gemeente met dezelfde naam, is iets levendiger dan het Amerikaanse, en voelt ‘Amerikaanser’ aan dan het stadje dat in de staat New York ligt. Het zicht op de watervallen van daaruit is ook veel indrukwekkender. Vergeet niet je paspoort mee op zak te nemen: het is een grensovergang.
Wat niét te doen in Niagara Falls
Te veel verwachten van de stad. Ze is verloederd, er is veel commerciële leegstand, en dat is een probleem dat zich al decennia stelt. Die blauwe monoliet aan het einde van Old Falls Street, de belangrijkste promenade in de stad, is een casinohotel van de Seneca-indianenstam. Op de terugweg naar ons hotel werden we geconfronteerd met halve woonwijken waarvan de huizen foreclosed waren: onder bankbeslag, verlaten en vervallen. Het was de eerste keer dat we als bezoekers aan dit continent werden geconfronteerd met de realiteit van Amerika’s verarmende en verkleinende middenklasse. Enkele jaren geleden deed het magazine The Atlantic daarover een interessante denkoefening: het ging na of The Simpsons vandaag nog zouden rondkomen met alleen het inkomen van Homer. En guess what?
No Comments :