Damn Good TV

In 1989 gooide regisseur David Lynch de wetten en conventies van het tv-feuilleton brutaal overhoop met Twin Peaks. Bijna dertig jaar later deed hij weer helemaal hetzelfde met het op het eerste gezicht ongestructureerde Twin Peaks: The Return, wiens vertelling hij zonder bijzondere haast, in de loop van achttien afleveringen, in focus brengt. It is happening again.

(Dit artikel verscheen oorspronkelijk in Telenet Play Magazine.)

Wie een paar afleveringen van Twin Peaks: The Return achter de kiezen heeft, weet dat je nooit een idee hebt van wat de volgende scène brengt. Letterlijk alles kan gebeuren. Van een hartverwarmend gesprek tussen oude bekenden uit de ver in het verleden liggende twee eerste seizoenen van de reeks tot een doodgereden kind. Van wezentjes die in de paddenstoelwolk van een atoombomtest leven tot de humor in de scènes waarin Special Agent Dale Cooper (Kyle McLachlan) terug gewend wordt aan het leven in een lichaam van vlees en bloed, na een kwarteeuw lang in de metafysische Black Lodge te hebben vertoefd. Twintig minuten durende droomsequenties. Schijnbaar nietszeggende scènes zonder woorden. Plotse uitbarstingen van geweld. 

Voor wie plotgedreven auteurtelevisie als Game of Thrones of Breaking Bad gewend is, lijkt Twin Peaks: The Return op het eerste gezicht een onbegrijpelijk janboeltje. Meer nog: er zijn momenten in de loop van de serie waar het lijkt alsof er zich eindelijk een verhaallijn begint af te tekenen, waarna bedenkers David Lynch en Mark Frost die ijdele hoop de volgende aflevering meteen weer bruut de kop indrukken door de nieuwe episode nòg cryptischer te maken. Maar deze achttiendelige serie laat zich op een heel andere manier bekijken dan een conventionele televisiereeks, zelfs in het hoogkwalitatieve segment: iedere scène die je kijkt bouwt weer een compleet nieuwe anticipatie op, en je hebt op geen enkel moment een idee van wat je de volgende minuten geserveerd zult krijgen. Het laveert van de voor Twin Peaks-fans herkenbare, lichtjes wollige conversaties in een koffiehuis tot pure horror, en weer terug. Maar oefen geduld uit, durf Twin Peaks: The Return op zijn eigen merites te nemen, savoureer iedere scène op zichzelf, en er tekent zich toch stilaan iets van een coherent vertelsel af. De achttien episodes ontrollen zich als een lens die Lynch – traag en behoedzaam – in focus brengt. 

Trippy televisie

Natuurlijk zat er ook al een forse brok mysterie en onversneden gekheid in de twee oude Twin Peaks-seizoenen. Het moment waarop de vermoorde prom queen Laura Palmer in de pilootaflevering uit 1989 dood uit de rivier werd gehaald, ingepakt in industrieel plastic, een Vestaalse sereniteit uitstralend met haar gesloten ogen en lichtblauw uitgeslagen huid, was het ogenblik waarop Twin Peaks snel begon uit te groeien tot een cultfenomeen waarvoor kijkers thuisbleven. De serie bracht een betoverende mix tussen moordmysterie en soapopera, met daar overheen een nachtmerrieachtig veneer dat bedenker David Lynch had overgeheveld uit zijn bioscoopfilms. Maar wat de meeste kijkers zich na vijfentwintig jaar het levendigste ervan zullen herinneren waren het rariteitenkabinet van personages, en de verraderlijke behaaglijkheid van de 51.210 inwoners tellende houthakkersnegorij uit de titel: een slaperig oord uit het noordwesten van Amerika, met lieflijke inwoners die koffie en kersentaart serveerden, maar ook met een verdraaid lelijke onderbuik, gerund door een lokale baronie met sinistere plannen. En daaronder nòg iets, dat al helemaal het licht niet verdraagt.

Ook toen, tijdens de twee korte seizoenen waarin de serie liep tussen 1990 en 1991, evolueerde Twin Peaks sterk. De moordzaak waarmee ze begon, Coopers onderzoek naar de moord op laatstejaarsleerlinge Laura Palmer, werd vroeg in het tweede seizoen alweer opgelost, en de ware vertelling van de serie moest toen in zekere zin nog beginnen: waar het echt om draaide waren de dansende dwergen, de sequenties in de Black Lodge waarin Laura Palmer na haar overlijden blijkbaar opgesloten bleef, het feit dat “the owls are not what they seem.” De ware reden waarom de reeks destijds kijkers bleef intrigeren, zat in de hypnotische kracht die ze uitstraalde, het universum waarin Lynch je zoog; het als een wilde trip. 

Magnum opus

Twin Peaks: The Return bouwt nu resoluut verder op dat mysterieuze laatste luik van de oude reeks. Maar het is ook, in meerdere opzichten, een heel ander beestje dan wat kijkers van het eerste uur wellicht ervan hadden verwacht. De serie vertelt haar verhaal om te beginnen op een veel breder canvas: slechts een klein gedeelte van de scènes spelen zich af in het stadje uit de titel, terwijl het merendeel van de actie wordt uitgesmeerd over het Amerikaanse Midwesten en plaatsen als Las Vegas en New York. Voor oude fans van de reeks: denk eerder aan een verderzetting van de toon die prequelfilm Twin Peaks: Fire Walk With Me (1992) droeg dan die van de afleveringen die een jaar daarvoor eindigden. En nu we toch aan het vergelijken zijn: The Return is eerder Inland Empire (2006) en Mulholland Drive (2001), recentere exploten uit Lynch’ oeuvre, dan de oude Twin Peaks. Ook zitten er elementen in uit Eraserhead (1977), Lynch’ hoogst experimentele debuutfilm. Je kunt deze achttien afleveringen zelfs zien als het magnum opus van Lynch. Een orgelpunt in zijn werk, dat altijd al op twee manieren tegelijk moest worden geconsumeerd: deels de thema’s analyseren met uw wakkere geest terwijl je aan het kijken was, deels de onderliggende ideeën langzaam laten gisten in je onderbewuste. De oude reeks kon je inderdaad nog bekijken als een soapopera of een crimireeks, waarna je rustig de tijd kon nemen om door te dringen tot de diepere lagen. In Twin Peaks: The Return word je meteen diep in Lynch’ waanzin gekeild. Maar baad erin in plaats van er snel weer uit te willen spartelen, en je hebt een onvergetelijke trip voor de boeg. 

No Comments :

oktober 2024
M D W D V Z Z
 123456
78910111213
14151617181920
21222324252627
28293031  

* Your email address will not be published.