De marginale decors uit Fear and Loathing in Las Vegas

In het van drugs, drank en marginaliteit doordrenkte Fear and Loathing in Las Vegas (1998) vertolkte Johnny Depp met een onweerstaanbare branie gonzo-journalist Hunter S. Thompson. Diens gelijknamige, in boekvorm verschenen reportage in Rolling Stone gaf een komisch maar beklijvend beeld van de Amerikaanse drugscultuur in de vroege jaren ’70. Deze zeven decors van de film, uit de blinkende casino’s en de asgrauwe achterbuurten van Las Vegas, zorgden voor beelden die op iedere kijker zijn nevlies gebrand blijven. 

(Dit artikel verscheen oorspronkelijk op het niet meer bestaande Telenet Play-portaal.)

Ambassador Hotel, Los Angeles

Thompsons alter ego Raoul Duke (Depp dus) en zijn compagnon/advocaat Dr. Gonzo (Benicio Del Toro) trekken ergens halfweg de film compleet onder de dope naar een bijeenkomst van de nationale vereniging van openbare aanklagers over druggebruik onder Amerikaanse jongeren, in de balzaal van een hotel in Las Vegas. De scène werd echter opgenomen in Los Angeles, waar het op dat moment bijna tien jaar eerder gesloten Ambassador Hotel een gegeerde locatie was voor filmmakers die een klassieke hotelsetting nodig hadden.

Kingman, Arizona

Ergens halverwege Fear and Loathing heeft Duke zijn beste rijvaardigheden nodig om zijn compagnon Dr. Gonzo tijdig af te leveren op de luchthaven. De dollemansrit naar de startbaan, waarbij een aantal hekken werden getrotseerd en Dukes Caddilac deftig werd bekrast, werd niet in Las Vegas’ McCarran-luchthaven opgenomen, die ten tijde van de opnames in de late jaren ’90 al was uitgegroeid tot een enorm bolwerk. In plaats daarvan gebruikte regisseur Terry Gilliam het vliegveld van het kalme plaatsje Kingman.

Circus Circus Hotel & Casino

In het tot het Bazookoo herdoopte Circus Circus, een hotel halverwege de Strip, namen de twee antihelden hun aanvankelijke intrede. De scènes werden in werkelijkheid opgenomen in het ondertussen gesloten Boardwalk Casino, omdat de eigenaar van het Circus Circus niets met de film wilde te maken hebben. Vanwege de associatie met druggebruik wellicht. En misschien ook omdat Thompson in het boek schreef dat al wie hip was wellicht naar hier zou trekken “als de nazi’s de oorlog hadden gewonnen.”

Stardust Hotel & Casino

Dat hotel waarin Duke en Dr. Gonzo, ondertussen zwaar onder de invloed van iedere illegale substantie die er bestond in hun tijd, hun suite zodanig vernielen dat ze tot aan hun knieën in het water waden? Dat was het ondertussen gesloten Stardust Hotel, dat in 2007 – na bijna 50 jaar trouwe dienst, en met een neonbord dat uitgroeide tot een van de iconen van Las Vegas – gedynamiteerd. Er is nog geen nieuw casino in de plaats gebouwd: de constructie van het Echelon-hotel op de site werd in 2008 gestaakt.

Le Bistro Lounge, Riviera Hotel & Casino

Een andere filmlocatie die moest instaan voor het interieur van het weigerachtige Circus Circus-hotel, bevond zich dwars tegenover de échte plaats. In Le Bistro Lounge, een plaats in het even iconische Riviera-casino, werden een aantal binnenscènes opgenomen waarvoor Gilliam en zijn ploeg niet de toestemming kregen in het originele hotel. Onder meer de scène waarin Duke onder invloed van lsd denkt dat alle andere gasten in de bar slijmerige reptielachtigen zijn is hier opgenomen.

Jean Dry Lake Bed, Nevada

Met alle drug- en drankcapriolen van Duke en Dr. Gonzo zou je bijna vergeten dat ze volgens de flinterdunne plot van Fear & Loathing in Las Vegas naar de stad der zonden waren getrokken om, in opdracht van Rolling Stone, een offroad-autorace te verslaan. Wat Dukes hoofdredacteur uiteindelijk onder ogen kreeg was iets héél anders, maar de twee trekken wel, zoals je ook ziet in de film, ter plaatse om de wedstrijd te zien. Dat is op deze plaats in de woestijn van Nevada.

Red Rock Canyon, Nevada

Het plezier in Fear & Loathing in Las Vegas begint al tijdens de in werkelijkheid vijf uur durende rit tussen L.A. en de neonstad: de twee gooien zich al lelijk in de drugs, in die mate zelfs dat ze imaginaire vleermuizen zien klapwieken (“We’re in bat country”), en een arme lifter (een nog diepe Tobey Maguire, enkele jaren voor de doorbraak) zodanig de schrik op het lijf jagen dat hij uit hun nog half rijdende Caddilac springt. De opnames van die scènes gebeurden in de buurt van Red Rock Canyon, waar er zich ook een rustplaats bevindt die wordt bezocht in de film.