Rogue One: A Star Wars Story — Geforce-eerd oorlogsepos

Voor zij die het afgelopen jaar op een vreemde planeet hebben vertoefd: Rogue One: A Star Wars Story is géén vervolg op de film van vorig jaar, maar een prequel op de allereerste Star Wars-film die in de zalen liep, Episode IV: A New Hope uit 1977. Hij vertelt het verhaal van hoe de plannen van de Death Star door een heldhaftige bende rebellen werden gestolen. Maar waar die operatie in het hoofd van de meeste kijkers wellicht een kleine, onderhuidse spionagemissie moet zijn geweest, toont deze prent dat de diefstal veel meer voeten in de aarde heeft gehad: hij ging gepaard met een grootscheepse veldslag en ruimteaanval op een keizerlijke basis, terwijl hoofdpersonage Jynn Erso (Felicity Jones) samen met een bende heldhaftige rebellen onder leiding van kapitein Cassian Andor (Diego Luna) de blauwdruk, die Luke Skywalker in de originele prent in staat moet stellen om die reddende torpedo in dat Death Star-tochtgat te blazen, fysiek uit de keizerlijke database haalt. (Waarom een hoogtechnologisch intergalactisch imperium al zijn data nog op harde schijven heeft staan is me overigens een raadsel.)

(Deze review verscheen aanvankelijk op 9LIVES. Na het opdoeken van die site blijft hij hier bewaard voor ’t nageslacht.)

Regisseur Gareth Edwards (Godzilla) en scenaristen Chris Weitz (The Golden Compass) en Tony Gilroy (Michael Clayton, de Bourne-films) wilden van Rogue One een recht-voor-de-raapse oorlogsfilm in het Star Wars-universum maken, en ze zijn in dat opzicht geslaagd: alleen zal hij eerder herinneringen oproepen aan The Dirty Dozen dan aan Saving Private Ryan.

Los van het compleet nieuwe cachet dat hij najaagt, is Rogue One: A Star Wars Story een formulaïsche en stuitend middelmatige action flick, die in de eerste plaats drijft op overdaad. Er wordt zo kwistig gestrooid met verschillende planeten die worden bezocht, bravourestukken als twee Star Destroyers die op elkaar invliegen, en talloze cameo’s  (waaronder enkele bekende gezichten die terug naar het scherm worden gebracht met doorzichtige computergraphics), dat je tegen het einde van de film zo murw bent dat je vergeet hoe onsubstantieel het allemaal is. De personages zijn ontzettend cliché, met onder meer een wijze oude meester, een zwaarbewapende geweldenaar, een cynische aanvoerder en een hoofdpersonage dat – het is tenslotte Star Wars – kampt met daddy issues. Van de centrale slechterik, directeur Orson Krennic (Ben Mendelsohn), gaat net zo veel dreiging uit als van een deurmat. Alleen de robot van dienst, een soort C-3PO met een grote bek, was min of meer memorabel. 

‘Gewone’ Star Wars-film

Dat ondergetekende veertiger weinig aan Rogue One vond, zal Lucasfilm en Disney natuurlijk worst wezen: ik behoor gewoon niet meer tot het kernpubliek van de heropgestarte Star Wars-franchise. Waar The Force Awakensmeesterlijk de nostalgie van de oudste kijkers mismeesterde om de serie terug onder de publicitaire aandacht te krijgen, heeft Rogue One een heel ander doel: hij moet bewijzen dat Star Wars een draagvlak heeft om, in de toekomst, ook af en toe eens een ‘gewone’ film af te leveren, met een verhaallijn waarin het lot van een hele melkweg eens niét wordt gekoppeld aan de verwikkelingen binnen de disfunctionele Skywalker-familie. Net zoals in het Marvel-universum, dat de afgelopen tien jaar eveneens succesvol naar het witte doek werd gebracht door Disney. De Thor-films, de eerste Captain America en The Incredible Hulk waren ook niet veel soeps, maar brachten de serie waartoe ze behoorden niet ten onder – er is altijd wel een nieuwe Avengers-film om de hoek, die de ware afspraak vormt met het kernpubliek. Dat soort dynamiek wil Disney duidelijk ook in zijn Star Wars-franchise brengen.

Vanuit dat opzicht gezien ben ik er redelijk gerust in: de Star Wars-franchise kan zelfs nog wel een iets middelmatigere film lijden dan Rogue One: A Star Wars Story.

Score: 7,6/10

No Comments :

april 2024
M D W D V Z Z
1234567
891011121314
15161718192021
22232425262728
2930  

* Your email address will not be published.